Voorts peilde het onderzoek naar de houding van werknemers tegenover het gebruik van privé-apparaten (laptops, tablets en smartphones) in dertien regio’s. Hieruit blijkt dat 76% vindt dat zijn of haar organisatie verdere stappen moet ondernemen om het productiviteitsvoordeel dat dergelijke apparaten bieden, te behalen. Meer gebruik van cloud-oplossingen (33%), meer gebruik van specialistische software (32%) en meer ondersteuning voor gebruikers van deze apparaten (32%) is nodig om de kansen te benutten.

Terwijl overal beschikbare Wi-Fi toegang tot een sterk netwerk noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van BYOD, heeft 45% van de medewerkers nog steeds geen draadloze toegang tot hun bedrijfsnetwerk. Van die medewerkers vindt meer dan twee derden (68%) dat ze veel baat zouden hebben van een Wi-Fi-connectie. Dat zou hen effectiever en productiever maken (31%), flexibeler maken (30%) en hen in staat stellen makkelijker contact te onderhouden (26%).

De resultaten geven ook aan dat netwerkcapaciteit niet de enige uitdaging is voor het optimaal benutten van BYOD. Ondanks dat de overgrote meerderheid van IT-managers (84%) denkt dat het toepassen van een BYOD-beleid concurrentievoordeel oplevert, wijst het onderzoek ook op een gebrek aan het uit- en in gang zetten van een consistent beleid met betrekking tot vaste, draadloze - en VPN-verbindingen.

Het vertrouwen in medewerkers blijft een grote rol spelen in het besluit van bedrijven om BYOD wel of niet toe te staan. Iets meer dan een vierde (26%) van de IT-managers denkt dat medewerkers de toegangsprotocollen voor het gebruik van mobiele apparaten begrijpen. Dat cijfer is gestegen ten opzichte van 2012 (19%) en wijst dus op een toename van het vertrouwen.

Gelijktijdig erkent slechts 26% van de medewerkers die gebruik maken van een persoonlijk apparaat tijdens het werk dat dit een risico kan zijn voor de beveiliging van het bedrijf. Dat suggereert dat het wantrouwen van IT-managers over de verantwoordelijkheid van het gebruik niet ongegrond is.