Nieuw WCO-kader van toepassing

06/09/2013 OM 08:25 - Luc Willemijns
5cddcfe5082c45522f9e303dc7025c7d
Minister van Justitie Annemie Turtelboom: “De WCO hoort een reddingsboei te zijn, geen reanimatiekamer”
Per 1 augustus 2013 werd de Wet op de Continuïteit van Ondernemingen (WCO), in voege sinds april 2009, aangepast. Krachtlijnen van de nieuwe regelgeving zijn een betere preventie en opsporing van bedrijven in moeilijkheden, betere controlemogelijkheden voor de rechter en een betere bescherming van de schuldeisers door een meer aangepaste informatiedoorstroming en een gewaarborgde betaling van 15% van het reorganisatieplan voor alle schuldeisers. “In de oude wet was het onevenwicht tussen de schuldeisers te groot,” aldus minister van Justitie Annemie Turtelboom.

Doel van de aangepaste regelgeving is meer bedrijven in moeilijkheden met een reële doorstartkans succesvol doorheen de WCO te loodsen en de uitstroom in faillissement terug te dringen.

“We mikken daarbij op een hechte samenwerking met de cijferberoepen (lees: boekhouders en audit-bedrijven, nvdr.). Indien zij menen dat een bedrijf in moeilijkheden dreigt te geraken, zullen zij dit moeten melden. Ingeval van een WCO-scenario zullen ze bovendien niet alleen voor een beter gestoffeerd verzoekschrift tot WCO moeten zorgen, maar tevens verplicht worden de rechtbank van koophandel in te lichten indien het betrokken bedrijf geen actie onderneemt binnen de maand volgend op de goedkeuring van het WCO-statuut,” zo nog Turtelboom. “De WCO hoort effectief een reddingsboei te zijn, geen reanimatiekamer,” aldus de politica.

In 2011 maakten 1.389 bedrijven gebruik van de wet, vorig jaar waren er 1.537. Sindsdien viel een toename van het aantal faillissementen onder WCO te noteren, maar dat dient genuanceerd omdat ook meer bedrijven bescherming onder het WCO-statuut zochten, zo luidt het.

Ter vergelijking: in 2009 deden 633 ondernemingen een beroep op de reorganisatieprocedure, een jaar later 1.252. Die cijfers zijn erg veelbetekenend indien afgezet tegen de vroegere wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord. Onder de regeling van deze vroegere wet waren er 1.397 akkoordprocedures over een periode van tien jaar.

Eric Van den Broele, senior manager Research & Development bij handelsinformatieleverancier Graydon Belgium, raamt het aantal faillissementen aan het slot van een WCO-parcours momenteel op 80 à 85%. Cijfer dat in contrast staat met de bevindingen van de minister van Justitie die stelt dat “30% van de ondernemingen die in de WCO-procedure terecht komen, uit het dal raken”.

Aanvankelijk bedroeg de gemiddelde duurtijd van de initiële opschortingsperiode 6 maanden. Naderhand is die periode gedaald.

“In de nieuwe wet valt wellicht een nieuwe stijging van de opschortingsperiode te verwachten,” zo nog Van den Broele.

Meer uniformiteit en eenvoud

Voor de volledige procedure wordt van bij de start tot het einde voor de rechtbank een vaste kostprijs vastgelegd. Die dient voorafgaand betaald.

Tevens voorziet de aangepaste wet in een betere bescherming van alle schuldeisers, onder meer door een minimumbetaling van 15% in het reorganisatieplan te waarborgen. De schuldeisers zullen tevens beter geïnformeerd worden rond de doelstelling van de reorganisatie, de duur en de positie van de andere schuldeisers.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.