Vijf "best practices" om fiscaliteit industriële werktuigen te optimaliseren

26/06/2017 OM 08:06 - Wim Heirbaut
1d69cbc75fac60c9e500461ac05fb190
België wordt al jaren gekenmerkt door een hoge fiscale druk op lonen maar ook op industrieel materieel. Dit is voor niemand een geheim. De fiscale druk in België is een van de hoogste in Europa. Een federale definitie van het kadastraal inkomen, de volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing afhankelijk van de drie gewesten en de vrijstelling van sommige belastingen in bepaalde gemeenten leveren een buitengewoon ingewikkeld fiscaal kader op in België.

Maar waarop hebben die zogenaamde industriële belastingen betrekking? Kunnen ze geoptimaliseerd worden, en indien ja, hoe dan? Even verduidelijken:

Wat zijn “industriële belastingen”?

“Industriële belastingen” omvatten alle heffingen op productiemachines van ondernemingen met een industriële, logistieke of commerciële activiteit (groothandel). De twee belangrijkste belastingen, tevens de hoogste en de meest voorkomende, zijn de onroerende voorheffing op materieel en outillage en de gemeentebelasting op drijfkracht. Er bestaan evenwel talloze andere gemeentebelastingen: de belasting op afvalwater, brandstofpompen, activeringskosten, leegstaande gebouwen, gratis distributie van ongeadresseerd drukwerk, enz.

Hoe de industriële fiscaliteit optimaliseren?

De onroerende voorheffing op materieel en outillage is gebaseerd op het kadastraal inkomen. Een eerste reeks maatregelen betreft de inventaris van uw machines en uitrusting.

Veel bedrijven werken hun inventaris van machines en werktuigen niet bij onder het voorwendsel dat ze vrijgesteld zijn. Dat is nochtans de garantie om de belastingbasis voor het verleden, het heden en de toekomst te optimaliseren.

Hoe kan dit?

1. Nieuwe investeringen in overweging nemen.

Met het in 1998 in Vlaanderen vastgestelde kadastraal inkomen (de zogenaamde drempelwaarde), het Marshallplan in Wallonië en de opheffing van de onroerende voorheffing op materieel en outillage in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds 1 januari 2017, zijn nieuwe investeringen grotendeels fiscaal vrijgesteld. In Vlaanderen en Wallonië zijn er naast die vrijstellingen bovendien een aantal nieuwe investeringen op vlak van materieel en outillage die het bestaande kadastraal inkomen, en bijgevolg ook de voorheffing zelf, verder kunnen verlagen.

2. Rekening houden met onroerende goederen uit hun aard en door bestemming.

De aard van belastbare goederen heeft een invloed op de industriële belastingen: onroerende goederen uit hun aard, zoals betonnen kuipen vallen uiteraard onder de onroerende voorheffing, maar hetzelfde geldt voor sommige roerende goederen die door bestemming onroerend worden. Het is niet altijd eenvoudig uit te maken wat onroerend is uit zijn aard of door bestemming: wat bijvoorbeeld met een vorkheftruck? Dat hangt af van situatie van het terrein, van het gebouw en van de reële eigendomsrechten. Dit vraagt een analyse van geval tot geval.

3. Jaarlijks de inventaris bijwerken

  • Om over een bijgewerkte en degelijke belastingbasis te beschikken moet een balans gemaakt worden tussen de nieuwe investeringen, de oude investeringen en de gedane desinvesteringen. Sommige machines zijn fysiek niet langer aanwezig op uw site (verkocht, afgedankt, …) of zijn volledig afgeschreven en toch blijft u ervoor betalen. Een grondige controle en bijwerking van uw inventaris zal u in staat stellen uw kadastraal inkomen significant en duurzaam te verlagen. Dit zal dan weer een positief effect hebben op de fiscaliteit van uw machines en uitrusting.
  • Om eventuele toekomstige belastingen te anticiperen: een niet-bijgewerkte inventaris houdt risico’s in. Immers, het lijkt ons aannemelijk dat materieel en outillage in de toekomst op een andere manier zal belast worden. De onderneming kan hierop anticiperen en haar inventaris actualiseren.

4. Bepaald materiaal dat niet onmiddellijk vrijgesteld lijkt, kan dit zijn onder een aantal voorwaarden

... als het gunstig is voor het milieu bijvoorbeeld. Aangezien die interpretatie niet steeds duidelijk is voor de administratie is een volledig dossier nodig om de gevraagde vrijstelling te rechtvaardigen. Ook hier is de toepassing niet dezelfde in onze drie gewesten.

5. Invloed van conjunctuur op materieel en outillage valoriseren

Er bestaan kortingen gebaseerd op gebeurtenissen die de ondernemingsactiviteit beïnvloeden: bijvoorbeeld onproductiviteit. Zowel voor de onroerende voorheffing als voor de belasting op drijfkracht kan u een proportionele vermindering van uw belastingen aanvragen, indien u kan bewijzen dat er een zekere onproductiviteit is (daling van de vraag, tijdelijke stilstand van de productielijn, …). Dit moet tijdig gebeuren, bij de juiste instanties en met de juiste argumenten.

Algemeen stellen we vast dat onze gewesten op geen enkel van deze vijf punten op dezelfde manier handelen, zelfs als het gaat om de optimalisatie van het kadastraal inkomen dat, zoals eerder vermeld, federaal is. Er is uiteraard de wet, maar de interpretatie door de lokale overheden verschilt. Dat is evenwel een ander debat.

(Marie Deneve, senior tax & legal consultant Business Performance Consulting bij Ayming Belgium)

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.