Dat Borealis de Foreign Investment of the Year Trophy naar huis mocht nemen, hoeft niet te verbazen. Het petrochemiebedrijf pompt maar liefst een miljard euro in de bouw van een nieuwe propyleenfabriek op zijn bestaande site in Kallo. Midden dit jaar gaat de eerste schop in de grond. Vanaf 2022 zal in de nieuwe fabriek propaan omgevormd worden tot propeen, een bouwsteen voor consumentenproducten zoals verpakkingen, maar ook voor toepassingen in de energiesector, auto-industrie en gezondheidszorg.

“Dat we de Foreign Investment of the Year Trophy winnen, is voor ons een teken dat we op de juiste manier de juiste stappen aan het zetten zijn. De nieuwe state-of-the-art fabriek kost ons een pak geld. Het is twintig jaar geleden dat we in Europa op deze schaal hebben geïnvesteerd. De fabriek zal niet alleen positieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, maar onderstreept ook het duurzame karakter van Borealis. Zo zullen we een groot deel van onze energiebehoefte zelf produceren dankzij een warmtekrachtkoppeling. Daarnaast zet deze overwinning ons aan om verder uit te breiden. Niet alleen op vlak van propyleen, maar ook in onze polypropyleenactiviteiten. We zijn wat dat betreft bezig met een grote studie voor onze fabriek in Beringen”, verklaart Thomas Van De Velde, vice-president Hydrocarbons & Energy bij Borealis.

Borealis haalde het na drie stemrondes van drie andere kandidaten: het Chinese verpakkingsbedrijf CPMC, dat 60 miljoen investeert in de bouw van een productiefaciliteit in Genk, het Nieuw-Zeelandse logistiek- en transportbedrijf Mainfreight, dat in juni vorig jaar een nagelnieuw distributiecentrum opende in Zwijnaarde en de Japanse specialist in farmaceutica en medische technologie Nipro. Het bedrijf bouwde in Mechelen een vernieuwde Europese hoofdzetel met trainings- en onderzoekscentrum.

Nieuwkomer en blijver

Ook Antonio Balata mocht het podium opdraven. De vice-president van AGP Group nam de Newcomer of the Year Trophy in ontvangst uit handen van Claire Tillekaerts, gedelegeerd bestuurder van FIT. AGP Group is gespecialiseerd in de productie van hoogtechnologische autoglasonderdelen. Balata en Co legden 90 miljoen dollar op tafel voor de bouw van een Europees hoofdkwartier in Gent en de overname van productiebedrijf Soliver, het levenswerk van de familie Bouckaert. Traditioneel wordt er vooral vanuit onze buurlanden en de Verenigde Staten geïnvesteerd in Vlaanderen. Nu hebben ook Latijns-Amerikaanse bedrijven de weg naar onze regio gevonden.

De Lifetime Achievement Trophy was dit jaar voor Daikin. De airco-specialist vestigde zich in 1973 als één van de eerste Japanse bedrijven ooit op Vlaamse bodem. Sindsdien volgden de investeringsprojecten elkaar in sneltempo op. De site in Oostende groeide uit tot het hoofdkwartier van het bedrijf voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA), compleet met een eigen academie en een centrum voor onderzoek en ontwikkeling. Doorheen de jaren explodeerde het aantal werknemers, van 68 naar 2.040, net als de omzet, van vijf miljoen euro naar 2,8 miljard euro, waarvan Vlaanderen 85 miljoen euro voor zijn rekening neemt.

Volgens Frans Hoorelbeke, voorzitter van Daikin Europe, is innovatie de sleutel tot succes. “Bij Daikin staat innovatie gelijk aan groei. Het is door met nieuwe producten, methodes en technologieën op de proppen te komen dat we een antwoord kunnen bieden aan alle energie- en milieu-uitdagingen. Er is vanuit het EMEA-hoofdkwartier een vijfjarenplan uitgerold waarbij we tegen 2020 mikken op een omzet van vier miljard euro. Dat is geen ijdele droom maar een kwestie van geloof in eigen kunnen”.

Het is overigens niet de eerste keer dat Daikin in de prijzen valt. In 2017 werd het bedrijf al genomineerd voor de Foreign Investment of the Year Trophy en in datzelfde jaar won Daikin een Factory of the Future Award van Agoria.

Chemie- en farma-sector

In 2018 investeerden buitenlandse bedrijven 4,24 miljard euro in Vlaanderen, meteen het hoogste bedrag ooit. Het zorgde voor 5.339 directe jobs. Uit cijfers van Flanders Investment & Trade (FIT) blijkt bovendien dat vooral de chemie- en farma-sector investeringsprojecten naar Vlaanderen haalden. 38 in totaal, goed voor een totaalbedrag van meer dan twee miljard euro ofwel meer dan een verdubbeling in vergelijking met de investeringsbedragen van 2017 (871 miljoen euro) en 2016 (825 miljoen euro). Daarmee vertegenwoordigen beide sectoren 48,5% van de 4,2 miljard euro die alle buitenlandse ondernemingen samen in 2018 in Vlaanderen investeerden.

“Vlaanderen blijft voor veel internationale chemie- en farma-bedrijven de ideale uitvalsbasis. Dat heeft te maken met de logistieke infrastructuur, de expertise van de werknemers en de innovatiekracht van onze regio. Daarmee kunnen we het verschil maken. Buitenlandse investeringen zorgen niet alleen voor industriële verankering, maar ook voor jobs. Zo zijn er, alleen al in de chemie- en farma-sector, de voorbije drie jaar 1.800 banen bijgekomen”, weet Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder bij essenscia Vlaanderen, de sectorfederatie van de chemie, kunststoffen en life sciences.

Sinds 2010 trok de chemie- en farma-sector al 330 investeringsprojecten aan ter waarde van bijna negen miljard euro. Het gaat hierbij enkel om investeringen in vaste activa, zoals de bouw van nieuwe installaties of de modernisering of uitbreiding van bestaande productievestigingen. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn niet meegerekend, net als de investering van drie miljard euro die begin 2019 werd aangekondigd door chemiebedrijf INEOS.