Werkgevers kiezen liefst zo hoog mogelijk opgeleide jongeren. Iemand die informaticabeheer of multimedia in een TSO-richting volgde, vindt minder snel werk dan wie Toegepaste Informatica in een professionele bachelor-opleiding of master-opleiding volgde.

“Wie in een doorstroomrichting zit, moet verder studeren”, vult Lindsey Marin, stafmedewerkster op de studiedienst van VDAB aan. “Het is niet de bedoeling dat jongeren met enkel een ASO-diploma op de arbeidsmarkt komen. Zij moeten verder studeren. In BSO en TSO volg je best een specialisatiejaar, al kan je met een arbeidsmarktgericht getuigschrift of diploma ook direct naar de arbeidsmarkt”. Ook schoolverlaters uit STEM-opleidingen blijven het globaal gezien goed doen

Gehalveerd

Het behalen van een diploma is nog steeds hét toegangsticket tot de arbeidsmarkt. Als dit daarenboven gecombineerd wordt met een goede portie relevante werkervaring. Zo zien we dat nog amper 3,5% van de jongeren die hogere studies volgden, binnen het jaar geen job wist te vinden. Voor mensen met enkel een diploma secundair onderwijs, loopt dat aandeel al snel op tot bijna tien procent. Behalve bij de technisch afgestudeerden met een specialisatiejaar, waar dat werkloosheidspercentage zo goed als gehalveerd wordt.

Sneller

Werkgevers geven ook sneller voorkeur aan mensen die al kunnen terugkijken op enige werkervaring. Jongeren die een studentenjob, vrijwilligerswerk, schoolprojecten of praktijkstages deden tijdens hun studies, genieten duidelijke voorkeur. Ze kunnen immers terugvallen op concrete ervaringen. Het werk in de fabriek of het atelier leerde ze sneller werken, overleggen in team, zelfstandig oplossingen bedenken en bracht hen allicht ook al meer technisch inzicht in een moderne werkomgeving. Het zijn vaardigheden waar zowel de werkgever als de werkzoekende hun voordeel mee doen bij het invullen van openstaande vacatures. En dat vertaalt zich duidelijk in snellere kansen op een job voor die schoolverlaters.

De juiste klik

Dat jongeren enige ervaring kunnen aantonen, speelt dus duidelijk in hun voordeel. Maar werkgevers geven ook de voorkeur aan nieuwelingen die bereid zijn om nog bij te leren. “We zien dat jongeren heel gedreven zijn om aan de slag te gaan”, vertelt Martin, “Maar het wordt pas een succes als ze ook bereid zijn om dingen te leren”. Martin werkt in zijn bedrijf zowel met jonge afgestudeerden als met jobstudenten die in vakantie- of andere drukke periodes de zaak komen versterken. “Als ze willen leren hoe ze met klanten omgaan, oplossingen kunnen bieden voor de problemen waar ze mee geconfronteerd worden en een inspanning leveren om ook hun technische en persoonlijke vaardigheden bij te spijkeren, dan klikt het meestal goed en komen we tot een fijne samenwerking”.

Voordelen

Dat de aanwezigheid in een werkomgeving en de wil om er het beste van te maken, ook echt rendeert, tonen de resultaten van het duaal leren bij de schoolverlaters aan. Dat bevestigt ook Lindsay Marin: “Duaal leren, een specialisatiejaar, opleidingen met stages of een job als jobstudent, bieden goede resultaten. Bij de leertijd draait een jongere zelfs vier dagen per week mee op de werkvloer. Werkgevers houden van dat soort jongeren omdat ze niet-schoolse vaardigheden aanscherpen en een arbeidsattitude aankweken waarin stiptheid, flexibiliteit en werken in team tot de dagelijkse praktijk behoren. Voordelen die later nog extra kunnen renderen in een omgeving waarin jobs snel veranderen”.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met VDAB)

Meer info: http://www.vdab.be.