Emile De Schepper en echtgenote Ghislaine De Moor richtten begin 1938 onder de naam “Het Rabot”, langsheen de Brusselsesteenweg te Gent, een bedrijf op dat zich toespitste op de productie van jenevers en likeuren. De familie De Schepper stond indertijd aan de wieg van de Bruggeman-jenever. Emile De Schepper en echtgenote gingen in eerste instantie jenevers voor eigen rekening produceren en commercialiseren. Eind de jaren ’40 begaven ze zich op het pad van de invoer en productie van wijnen.

Rabotvins is de producent van de in 1958 gelanceerde superpopulaire aperitiefwijn, bekend als Zuster Godelieve en inmiddels herdoopt tot Godelina. Die kwam tot stand op basis van ingevoerde wijnen, die met sinaasappelsap, extracten en specerijen werden vermengd. Omwille van het ingrediënt kinine was de wijn ook bijzonder populair in het aanpalende Sint-Lucas ziekenhuis. De Zuster Godelievewijn bleek bijzonder belangrijk voor de uitbouw van de naamsbekendheid van Rabotvins.

Eigen wijnkastelen

In 1950 koopt Emile De Schepper een eerste wijndomein in Frankrijk aan, met name “Château Tour Baladoz”, met het oog op het verbouwen van een Saint-Emilion Grand Cru. In 1964 verwerft de familie de controle over een tweede kasteel, “Château Haut Breton Larigaudière” in Margaux. Drie jaar eerder had het bedrijf zijn benaming gewijzigd in Rabotvins en zijn activiteiten ondergebracht op zijn huidige locatie aan de Vogelenzang te Gent.

Eind de jaren ’60 treedt met zonen Firmin en Jacques de tweede generatie in. Eerstgenoemde zou in 1987 in Bordeaux het leven laten in een tragisch vliegtuigongeval tijdens een professionele verplaatsing.

In de jaren ’90 breidt Rabotvins het aanbod eigen wijnen uit, afkomstig van drie eigen kastelen, met name Château Tayet (Macau, Appellation Bordeaux Supérieur Contrôlée), Château La Croizille (Appellation Saint-Emilion Grand Cru Contrôlée, vlakbij Château Tour Baladoz) en Château Lacombe Cadiot (Bordeaux Supérieur).

De vijf wijndomeinen van Rabotvins in Frankrijk beslaan 80 hectaren. De jaarlijkse productie bedraagt gemiddeld 500.000 flessen.

Twee distributie-hubs

Vanop zijn thuisbasis in Gent, waar in 1997 nog de kantoren werden gerenoveerd en de opslagcapaciteit verruimd, verdeelt Rabotvins de eigen wijnen over heel de Benelux. Dat is ook het geval voor de in 1984 gelanceerde eigen aperitiefwijn Forte d’Oro, die in de jaren ’90 voor een nieuwe groeidynamiek zorgde. De export van de eigen wijnen naar de rest van de wereld wordt aangestuurd vanuit de Franse zusteronderneming De Mour in Bordeaux, die ook de thuismarkt bedient.

“Op vandaag vertegenwoordigen de eigen producten van Rabotvins zowat 30% van de omzet. Het assortiment wordt aangevuld met Franse, Italiaanse, Spaanse, Oostenrijkse, Duitse, Nieuw-Zeelandse en Chileense wijnen, die steeds in exclusiviteit in de Benelux worden verdeeld. Voorts omvat het aanbod drie familiale champagnehuizen en Laurent Perrier, calvados, cognac en een groot porto-assortiment,” aldus Isabelle De Schepper, dochter van de betreurde Firmin.

Andere leden van de derde generatie actief in het bedrijf zijn broer Olivier, neef Laurent en nicht Hélène De Schepper, die de marketing en communicatie bij De Mour aanstuurt. Rabotvins boekt met een twintigtal medewerkers momenteel een omzet van een kleine 11 miljoen euro. De groothandel verdeelt zijn producten in eigen land via de grootdistributie (F1-categorie: Carrefour, Delhaize, Colruyt en Makro), gespecialiseerde wijnwinkels en de horeca.

Onderscheid in hypercompetitieve markt

Als enige hofleverancier in Gent en omstreken weet Rabotvins zich te onderscheiden in een hypercompetitieve markt, waarin de groothandels nog steeds een dominante marktpositie bekleden. Uiteraard zorgen de eigen wijnkastelen voor verdere marktdifferentiatie net zoals de bottelactiviteiten onder eigen dak.

Isabelle De Schepper: “Rabotvins beschikt over eigen bottelcapaciteit, zowel in flessen als bag-in-boxen (kleine bottellijn). Naast onze eigen aperitiefwijnen commercialiseren we onder de merknaam Belles Vignes ook een bag-in-box (3, 15 of 20 liter). Voorts bottelen we ook nog enkele huiswijnen bestemd voor de horeca (La Romance, Marigny, …). Het jaarlijkse bottelvolume schommelt rond de 900.000 flessen”.

Nood aan groeimogelijkheden

Rabotvins’ bedrijfsruimte aan de Vogelenzang beslaat momenteel zowat 5.000 m². Een deel van de bedrijfsterreinen werden eerder onteigend om plaats te ruimen voor de uitbreiding van het Sint-Lucas ziekenhuis. Het nieuwe mobiliteitsplan in Gent kostte de KMO een twintigtal parkeerplaatsen. Bovenop werd de straat versmald wat voor problemen zorgde bij het lossen en laden van grote opleggers.

“Het nieuwe mobiliteitsplan heeft mee gespeeld in onze beslissing om de Gentse agglomeratie te verlaten. De 3.000 m² opslagruimte vertaalt zich bovendien in een acute logistieke bottleneck tijdens commerciële acties,” zo nog onze gesprekspartner.

Rabotvins kocht in de uitbreidingszone van De Prijkels in Nazareth een 12.000 m² groot bedrijfsterrein aan. De bouwplannen worden volop voorbereid.

“We hopen eind 2021 de bouwwerkzaamheden aan te vatten om in 2022 de nieuwe accommodatie in gebruik te nemen. De nieuwe site zal een grote opslagplaats, functionele kantoren, een degustatieruimte en parkeerfaciliteiten omvatten. De grootte van de opslagplaats, en derhalve van de investering, is afhankelijk van de dimensie van de nieuwe bottellijn. In Nazareth willen we immers onze botteling-expertise verder uitdiepen. We spelen met de gedachte om die eventueel ook voor derden open te stellen. En dat hoeft niet noodzakelijk voor wijntoepassingen te zijn. Denk aan het ontwikkelen van apero’s en wijnen voor derden. Voorts plannen we in het nieuwe bedrijf ook een optimalisering van de logistieke processen (lees: nieuwe ERP-applicatie, nvdr.), met inbegrip van scanning-functionaliteiten”, besluit Isabelle De Schepper.

Het bestaande Rabotvins-pand, dat deels geklasseerd is, wordt verkocht. En dat kan alvast op de nodige interesse rekenen bij zowel projectontwikkelaars als bij het aanpalende ziekenhuis.