Haven Oostende N.V., dat zopas zijn 25^ste verjaardag als verzelfstandigde rechtsentiteit gedacht, creëerde zowat vierhonderd bijkomende jobs sinds 2019. Daarmee wordt duidelijk dat de havenuitbater in 2019, na een strategische heroriëntering, de juiste kaart trok door volop in te zetten op vijf pijlers. Er wordt onder andere ingezet op circulaire industrie, bulk- en project cargo en blauwe economie, die verder gaat dan enkel windenergie (waterstof, aquacultuur en het ontmantelen van offshore-windturbines). Dochteronderneming REBO (Renewable Energy Base Oostende), uitbater van de zwaarlastterminal, is inmiddels ook aan zijn tiende verjaardag toe. Het vertrouwen in de toekomst staat in schril contrast met 1997, het jaar dat een einde kwam aan de Kanaaldiensten van de RMT.

De Oostendse haven tekent inmiddels voor een toegevoegde waarde van 1.032 miljoen euro en zowat 10.000 jobs (5.278 direct en 4.372 indirect). Elia, uitbater van het Belgische hoogspanningsnetwerk, bereidt zich alvast voor op een verdere uitbreiding van zijn activiteiten in de Oostendse havenzone. “Vanuit Oostende staan we momenteel in voor het onderhoud van het stopcontact van Nemo-Link op zee. Inmiddels kondigen zich twee bijkomende interconnectoren aan met Denemarken en Groot-Brittannië. Bovendien willen we in de toekomst onze offshore-kennis wereldwijd gaan vermarkten vanuit een operationeel center dat we in Oostende zullen vestigen. Ons werknemersbestand in Oostende, momenteel 15 man sterk, zullen we in eerste instantie snel opschalen naar 40 om vervolgens naar 60 door te groeien”, stelt ceo Chris Peeters.

Inmiddels gaf ook de Belgische Zeemacht aan zijn opleidingsactiviteiten rond mijnenbestrijding tegen 2025 in Oostende te zullen concentreren.

ECA Robotics, een dochter van de Franse ECA Group (La Garde), legt intussen op de voormalige Beliard-site in de Oostendse haven de laatste hand aan de bouw van een nieuwe drone-fabriek, goed voor een investering van 10 miljoen euro.

Nichestrategie binnen snel veranderend havenlandschap

Tegenover de grote hub-havens als Antwerpen en Rotterdam positioneert Oostende zich als een nichehaven die inzet op duurzame tewerkstelling, schetst Dirk Declerck, sinds 2018 ceo van Haven Oostende. Binnen die nichestrategie circulaire industrie en blauwe economie sterkhouders. Daartoe horen niet enkel offshore-windenergie, maar ook de ontmanteling van windturbines aan het einde van hun economische levensduur, de bouw van een waterstoffabriek in Plassendale 1 in samenwerking met DEME en PMV, de cluster rond Ostend Science Park en aquacultuur. Het Noorse Colombi Salmon (Revsnes) heeft 200 miljoen euro vrijgemaakt voor de bouw van een duurzame zalmkwekerij in Oostende. Het nam daarvoor alvast een concessie van 16 hectaren in Plassendale 1.

Blauwe economie in Oostende telt inmiddels zowat 200 bedrijven. “Sinds 2019 hebben heel wat nieuwe bedrijven de weg naar Oostende gevonden. Sindsdien werden voor 270 miljoen euro aan investeringen uitgevoerd of aangekondigd”, zo nog Deklerck. “We werken eraan om het miljard aan toegevoegde waarde dat we inmiddels creëren, in de toekomst te laten stijgen”, wordt daaraan toegevoegd.

Shortsea-ambities door Fransen gefnuikt?

Bekend is dat Oostende graag wil heraanknopen met zijn shortsea-verleden op de route van en naar het Verenigd Koninkrijk. Die plannen worden echter fors gehypothekeerd door de Franse plannen voor het offshore-windmolenpark van EMD (Eoliennes en mer de Dunkerke). Dat ligt pal binnen het vaargebied tussen Oostende en het Verenigd Koninkrijk. De halstarrigheid waarvan de Fransen terzake blijk geven dreigt uit te monden in een juridische procedureslag. De federale overheid trok inmiddels met drie kunstgemeentes naar de rechtbank om de plannen voor de bouw van een windmolenpark voor de kust van Duinkerke aan te vechten. De zaak werd ook bij de Europese Commissie aanhangig gemaakt tenzij de locatie van het Franse windturbinepark alsnog wijzigt.