Het asbestattest geeft aan of een gebouw asbest bevat en in welke staat de materialen zich bevinden. Sinds 2022 is het attest verplicht bij verkoop van een woning van vóór 2001. De nieuwe analyse vervangt de eerdere raming uit 2019, die gebaseerd was op steekproeven en literatuurdata. Dankzij de gegevens uit de attesten ontstaat een nauwkeuriger beeld van de omvang van het asbestpassief.

Volgens de analyse is in Vlaanderen naar schatting 3,18 miljoen ton asbest aanwezig in gebouwen. Twee derden daarvan bevindt zich in residentiële gebouwen zoals woningen en appartementen. Meer dan twee miljoen eigenaars beschikken nog niet over een attest en hebben daardoor geen duidelijk zicht op de aanwezigheid van asbest. OVAM benadrukt dat het opstellen van een attest ook buiten verkoopsmomenten belangrijk is om risico’s tijdig in kaart te brengen.

Uit de attesten blijkt dat in 59% van de onderzochte gebouwen van vóór 2001 één of meerdere asbesttoepassingen aanwezig zijn. In ruim 40% van de gevallen wordt geconcludeerd dat het gebouw niet-asbestveilig is. Het grootste deel van het asbest bestaat uit hechtgebonden toepassingen zoals leien, golfplaten, buizen en panelen. De niet-hechtgebonden toepassingen - lichter in gewicht maar gevaarlijker door de grotere kans op vezelvrijgave - bevinden zich in een kleinere maar risicovollere categorie.

OVAM wijst erop dat de hogere totale raming geen reden tot ongerustheid is, maar wel het gevolg van een nauwkeurigere analyse. De organisatie ziet hierin vooral een oproep tot verdere inventarisatie. Naast de verplichting bij verkoop moeten Verenigingen van Mede-Eigenaars tegen eind 2026 over een attest beschikken. Tegen 2032 moet elke eigenaar van een gebouw van vóór 2001 een attest hebben laten opmaken.

De resultaten moeten beleidsmakers helpen om gerichte maatregelen te nemen richting een asbestveilig Vlaanderen in 2040. Ondersteunende initiatieven voor eigenaars, zoals voordelige ophaling van asbestcement, premies voor asbestdaken en lokale groepsaankopen voor attesten, blijven daarbij essentieel.