"Water wordt hèt product voor gespecialiseerde aannemers"
31/08/2009 OM 00:00
- Luc Willemijns

Denys N.V. (Wondelgem) huldigde zopas een eigen steenhouwerij in. Opmerkelijk denkt u meteen die het aannemingsbedrijf vooral koppelt aan de ondergrondse en bovengrondse leidingbouw. Sinds de overname via een MBO eind 2000 voerde Denys echter tegen versneld tempo een diversificatiebeleid door, dat in wezen door de nieuwe steenhouwerij wordt gesymboliseerd. Ook van een sterke aanwezigheid op de exportmarkten wordt een topprioriteit gemaakt. Voorlopig blijven die inspanningen beperkt tot Noord-Afrika en het Sub-Saharagebied. Toch lijkt het Midden-Oosten ook steeds meer interesse bij Denys los te weken. Ceo Johan Van Wassenhove opteert traditiegetrouw voor een behoedzame aanpak en verkiest Denys inzonderheid te positioneren als een specialistisch aannemer, die niet bang is om het innovatiepad te betreden.
Volgend jaar is Van Wassenhove twintig jaar voor Denys werkzaam. In 1988 wordt hij door de toenmalige Franse aandeelhouders aangezocht om de leiding van het aannemingsbedrijf op zich te nemen. Bij Denys had hij zich in beeld weten te werken als project manager van de bouw van de LNG-terminal te Zeebrugge voor het toenmalige Distrigas. Net als de toenmalige werkgever van onze gesprekspartner was Denys één van de elf ondernemingen die lid was van de tijdelijke vereniging die met de bouwwerkzaamheden was belast.
Denys dat in 1923 door loodgieter Edouard Denys werd opgericht, evolueerde doorheen de jaren tot een aannemer van waterleidingswerken en werken van burgerlijke bouwkunde. In de jaren ’50 werd van pijpleidingswerken een specialisatie gemaakt. Bij gebrek aan familiale opvolging wordt de onderneming in 1962 geïntegreerd binnen de Compagnie Générale des Conduites d’Eau (Luik) dat in 1976 wordt opgeslorpt door het Franse SGE, dat naderhand in Générale des Eaux - het latere Vinci - opging. De waterbelangen kwamen uiteindelijk bij Veolia terecht toen de overkoepelende Vivendi-holding besloot voluit de kaart van de telecom en media te trekken. De bouwactiviteiten van Générale des Eaux (SGE) en Suez (Dumez) werden in 2000 tot Vinci samengevoegd. Eind 2000 slaagt Johan Van Wassenhove erin Denys via een overname middels een MBO uit de Franse invloedssfeer los te weken. Vandaag houdt hij, samen met een stille vennoot, een controlebelang in Denys aan. Ook de topkaderleden zijn aandeelhouder.
Verdere diversificatie en internationalisering
Van Wassenhove zet vanaf dan de eerder aangevatte diversificatiestrategie verder. Via de opstart van een afdeling “Speciale Technieken” begaf Denys zich in de jaren ’80 ook op de restauratiemarkt. Medio de jaren ’90 riep men een afdeling “Spoorwerken” in het leven.
Aansluitend op de oorspronkelijke bedrijvigheden van ondergrondse leidingbouwer, was eerder al het activiteitenspectrum als natuurlijk uitvloeisel met tunnelwerken (lees: buisdoorperstechnieken of directional drilling, nvdr.) uitgebreid.
Vandaag de dag zijn de activiteiten van Denys gestructureerd rond vijf pijlers, met name “Leidingen & Kabels” (voornamelijk gasleidingen en hoogspanningskabels), “Waterleidingen & Collectoren”, “Speciale Technieken” (met inbegrip van hogervermelde restauratietechnieken), “Tunneling & Buisdoorpersingen” en “Bouwkunde & Gebouwen”. Met die laatste en jongste business-unit haakt de onderneming in op de toenemende tendens tot herwaardering van oude panden, waar niet zelden ook een nieuwbouwaspect bij komt kijken.
“Elk van de vijf business-units, die een verregaande autonomie hebben, tekenen jaarlijks voor zowat 15 à 25% van de omzet. Gevolg van de diversificatie is dat Denys als aannemingsbedrijf minder conjunctuurgevoelig is geworden. De combinatie van verschillende specialismen met een uitgesproken exportfocus hebben voor een betere risicospreiding gezorgd,” verduidelijkt de ceo.
Want indien de overname voor één zaak heeft gezorgd, is dat zeker dat Denys onder het keurslijf van de Franse aandeelhouders is uitgekomen die buitenlandse opdrachten liever door andere van hun zakelijke belangen zagen gediend.
Geconsolideerd boekte Denys vorig jaar een omzet van zowat 130 miljoen euro (104 miljoen euro in 2005). Op het ogenblik van de overname noteerde de groep een omzetvolume van zowat 50 miljoen euro, aldus onze gesprekspartner. Ambitie is in een drietal jaar de omzetkaap van de 200 miljoen euro te ronden.
Verduidelijkt weze dat in deze cijfers ook de verkoopvolumes van buizenfabricant Socea N.V. (Oelegem) liggen vervat, dat net als Denys N.V. een volle dochter van de Denys Holding is. Socea put nog 25% van zijn omzet uit orders van de zustermaatschappij. Ook Conduites & Enterprises S.A. (Gosselies), waaronder Denys zijn activiteiten in Wallonië groepeert, hoort tot de consolidatiekring.
Verduidelijkt weze dat in deze cijfers ook de verkoopvolumes van buizenfabricant Socea N.V. (Oelegem) liggen vervat, dat net als Denys N.V. een volle dochter van de Denys Holding is. Socea put nog 25% van zijn omzet uit orders van de zustermaatschappij. Ook Conduites & Enterprises S.A. (Gosselies), waaronder Denys zijn activiteiten in Wallonië groepeert, hoort tot de consolidatiekring.
Toenemend belang exportmarkten
Sinds 2000 wist Denys het exportaandeel in zijn omzet tot 45 à 50% op te voeren, zo nog Van Wassenhove. “Naast het diversificatiebeleid opteerden we bij het begin van het nieuwe millennium ook voorzichtig maar resoluut voor de ontwikkeling van de export, dit binnen twee nichesegmenten met name olie- en gasleidingen enerzijds (energiesector), waterinstallaties anderzijds”, luidt het.
In Algerije heeft het bedrijf momenteel de bouw van een drinkwaterinstallatie in uitvoering, in samenwerking met een Chinese contractor, ter waarde van 50 miljoen euro. In Niger wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de bouw van een soortgelijke installatie ter bevoorrading van de stad Agadez. In Ghana heeft Denys twee drinkwaterinstallatieprojecten in uitvoering, met name in Kwanyaku (30 miljoen euro) en Koforidua (40 miljoen euro). Dat laatste werd net opgestart.
Johan Van Wassenhove: “Water wordt zonder enige twijfel hèt product voor de toekomst van de gespecialiseerde aannemers, gelet op de opwarming van de aarde. Ook in het Midden-Oosten liggen voor bedrijven als Denys gigantische groeimogelijkheden op het stuk van de waterwinning. Zelfs de bestaande drinkwatervoorzieningsprojecten verkeren er immers vaak in een erbarmelijke staat. Men mag evenwel niet vergeten dat een aannemingsbedrijf een logistiek bedrijf is, dat een aantal logistieke middelen ter ondersteuning van de bouwactiviteiten optimaal moet kunnen inzetten. Voorwaarde is derhalve dat hele logistieke proces beheersbaar te houden”.
Toch blijft de ceo bij omzichtige, natuurlijke groei prediken. Vooralsnog beperkt de actieradius van Denys zich tot Noord-Afrika en het sub-Saharagebied. Niet alle groeikansen schijnen overigens in eerste instantie op het Afrikaans Continent te schuilen. “In Europa, dat we als onze thuismarkt beschouwen, komen heel wat olie- en gasleidingsprojecten in onze buurlanden op ons af,” stelt onze gesprekspartner, zinspelend op de recente incidenten die zich op de internationale scène rond de Russische aardgasbevoorrading afspeelden.
Vooralsnog beperkt Denys zich in hoofdzaak tot EPC-projecten (Engineering, Procurement, Construction). In Afrika schrikt het aannemingsbedrijf er, naast de internationale aanbestedingen, niet voor terug ook zelf projecten te initiëren, zelf de engineering-kosten te dragen om vervolgens op zoek naar de nodige “funding” te gaan.
Niet uitgesloten is dat in de toekomst Denys de marktevoluties volgt en steeds vaker in BOOT-bouwconcepten stapt (Build, Own, Operate, Transfer). Later dit jaar levert de onderneming een eerste dergelijk project op, met name het Waterzuiveringsstation Brussel-Noord, dat door special project vehicle (SPV) Aquiris, dat door Veolia wordt gecontroleerd maar waarin Denys een participatie aanhoudt, in concessie zal worden uitgebaat.
Groei in eigen land
Veel mogelijkheden tot groei in eigen land, lijkt Denys niet meer te hebben, tenzij men verder gaat diversifiëren. Binnen dit perspectief dient de recente inhuldiging van een eigen steenhouwerij gezien, toch goed voor een investering van zowat 1 miljoen euro. De steenhouwerij zorgt voor een verder professionalisering van de afdeling Renovatie, Restauratie en Speciale Technieken. “Onze ambitie is volop door te breken in de restauratiemarkt,” geeft Johan Van Wassenhove toe. Momenteel wordt in de steenhouwerij gewerkt aan de restauratie van spoorgewelven en een frontmuur te Vilvoorde, in opdracht van spoorwegbeheerder Infrabel. In opdracht van de stad Halle wordt de Sint-Martinusbasiliek gerenoveerd. De eigen steenhouwerij maakt Denys uiteraard minder afhankelijk van aannemers, maar biedt tevens uitzicht op een vlottere toegang tot de Vlaamse restauratiepremies.
Johan Van Wassenhove: “De meeste van onze grotere (internationale) concurrenten zijn algemene aannemingsbedrijven. Denys poogt zich van hen te differentiëren door specialisatie en door het focussen op complexe projecten. Dat verklaart ook waarom wij, gerelateerd naar de omzet, ook meer arbeidskrachten inschakelen dan het doorsnee-aannemingsbedrijf. Een recent voorbeeld is bijvoorbeeld de bouw van het Erfgoedcentrum in Ename voor de provincie Oost-Vlaanderen, dat een specifieke manier van bekisten vergt”.
PPS blijft vooral financieringsinstrument
Opmerkelijk is dat tijdens het gesprek met de ceo van Denys nooit de term PPS-valt, nochtans een “hot item” bij grote infrastructuurbouwers.
Johan Van Wassenhove: “Een PPS-structuur blijft uiteraard een bijzonder interessante formule voor aannemingsbedrijven. Denys heeft momenteel trouwens een aantal PPS-projecten in onderzoek. Toch blijft het geheel naar mijn smaak nog niet 100% juridisch afgelijnd. Bovendien is PPS een dekmantel voor veel zaken die dreigt te verworden tot een techniek die enkel wordt aangewend om te debudgetteren, een zuiver financieringsinstrument. Ik stel vast dat de meeste PPS-projecten worden opgezet tussen enerzijds de overheid en anderzijds financiële instellingen. Eens op dat niveau het PPS geregeld, vervalt men terug in de traditionele aanbestedingsprocedure”.
Dream Works
Bijzondere afdeling binnen de structuur van Denys is “Dream Works”, zeg maar die afdeling die zich toespitst op innovatieve bouwconcepten.
“De Europese regelgeving biedt de mogelijkheid om innovatief aan te besteden. Alleen gebeurt dat nauwelijks omdat de aanbestedende instantie het betrokken project uitsluitend benadert vanuit het eigen budgetoogpunt en geen rekening houdt met de toeslag van kosten als gevolg van hinder tijdens de werkzaamheden op de maatschappij. Denys is een fervent voorstander van hinderloos bouwen waarbij grote infrastructuurprojecten worden toegewezen op basis van de totale externe kost van het project en niet enkel en alleen de zuivere bouwkost,” zo nog onze gesprekspartner.
Via Dream Works schuift Denys bijvoorbeeld een voorstel van ondergronds containertransport naar voor tussen het Deurganckdok en het havengebied op de Antwerpse Rechteroever, dit via een ondergrondse transportband die via een automatisch liftsysteem wordt bediend. “Ondergronds transport wordt onvoldoende overwogen als alternatieve transportmodus,” aldus Van Wassenhove. Volgens onze gesprekspartner kan een container via een dergelijk systeem tegen een kostprijs van 35 euro tussen de linker- en rechter-Schelde-oever worden getransporteerd. Gebeurt dat men een vrachtwagen, bedraagt het kostenplaatje 100 euro. “Die kostprijs is berekend op een basisinvestering van 350 miljoen euro voor een ondergronds transportsysteem over twintig kilometer dat in vijftig maanden wordt gebouwd en voor een periode van 20 jaar in concessie wordt gegeven,” zo luidt het.
Andere vernieuwende bouwconcepten ontsproten uit Dream Works zijn - naast de voornoemde UCM (Underground Container Mover) - TZH Tunneling (Tunnel Zonder Hinder) om de verkeershinder tot een minimum te beperken ingeval van verkeerstechnische ingrepen in bestaande infrastructuur of de Tube Cargo Express (TCX), dat in een interstedelijk ondergronds tunnelnetwerk tussen logistieke centra voorziet.
(DVO37001)
Bij de foto’s:
Sinds de MBO eind 2000 is aannemingsbedrijf Denys N.V. (Wondelgem) zich heel actief op de exportmarkten gaan richten. Vooralsnog voornamelijk op Noord-Afrika en het sub-Saharagebied, maar ceo Johan Van Wassenhove ontkent niet dat het Midden-Oosten meer dan gewone interesse wekt. (Foto W & F)
Johan Van Wassenhove: “De combinatie van verschillende specialismen met een uitgesproken exportfocus hebben bij Denys voor een betere risicospreiding gezorgd”. (Foto W & F)
Ceo Johan Van Wassenhove hoopt met Denys in een drietal jaar de omzetkaap van 200 miljoen euro te ronden. (Foto W & F)
Citaten:
“Sinds 2000 wist Denys het exportaandeel in zijn omzet tot 45 à 50% op te voeren”
“Gelet op de opwarming van de aarde, wordt water zonder enige twijfel hèt product voor de toekomst van de gespecialiseerde aannemers”
“Een aannemingsbedrijf is een logistiek bedrijf, dat een aantal logistieke middelen ter ondersteuning van de bouwactiviteiten optimaal moet kunnen inzetten. Voorwaarde is dat hele logistieke proces beheersbaar te houden”
“In Europa, dat we als onze thuismarkt beschouwen, komen heel wat olie- en gasleidingsprojecten op ons af”
“Onze ambitie is volop door te breken in de restauratiemarkt”
“De meeste van onze grote (internationale) concurrenten zijn algemene aannemingsbedrijven. Denys poogt zich te differentiëren door specialisatie en door het focussen op speciale projecten”
“PSS is een dekmantel voor veel zaken die dreigt te verworden tot een techniek die enkel wordt aangewend om te debudgetteren”
“De Europese regelgeving biedt de mogelijkheid om innovatief aan te besteden. Alleen gebeurt dat nauwelijks omdat de uitbestedende instantie enkel oog heeft voor het eigen budget”
“Denys is een fervent voorstander van hinderloos bouwen waarbij grote infrastructuurprojecten worden toegewezen op basis van de totale externe kost”
“Ondergronds transport wordt onvoldoende overwogen als alternatieve transportmodus”