De Vlaamse regering zet het licht op groen voor de lancering van het tweede ARKimedes-Fonds, dat starters en veelbelovende KMO’s de nodige financiële opstart- en doogroeimiddelen moet verschaffen. Voor ARKimdes Fonds II N.V. wordt 100 miljoen euro uitgetrokken. Erkende kapitaalverschaffers kunnen zodoende ruim 200 miljoen euro ter beschikking van toekomstgerichte bedrijven stellen.

Intussen ontvingen al 106 ondernemingen investeringsmiddelen via de eerste ARKimedes-regeling. Samen zijn ze goed voor 2.365 arbeidsplaatsen.

Het nieuwe fonds moet nog beter kunnen doen dan het huidige, zo luidt het.

Vermits ARKIV’s focussen op opstartende bedrijven of snel groeiende KMO’s, met een tijdshorizon van enkele jaren, richten ze zich van nature voornamelijk op hoogtechnologische en innovatieve bedrijven, zonder daarbij de gezonde en groeiende KMO’s uit het oog te verliezen.

ARKimedes II moet derhalve een belangrijke bijdrage leveren tot de ontwikkeling van ondernemerschap in duurzame economische activiteiten, zoals naar voor geschoven in “Vlaanderen in Actie”.

In tegenstelling tot het eerste fonds zal ARKimedes-Fonds II geen middelen ophalen bij het publiek.

De gelden worden rechtstreeks uit de begroting van de Vlaamse regering ter beschikking gesteld van PMV.

PMV neemt op zijn beurt een kapitaalparticipatie in ARKimedes-Fonds II.

In 2005 ging de ARKimedes-regeling van start met de lancering van een eerste fonds.

Bedoeling was het tekort aan durfkapitaal voor beloftevolle starters of snel groeiende KMO’s op te vangen door één euro extra aan te bieden voor elke euro die erkende private risicokapitaalfondsen (ARKIV’s) in een Vlaamse KMO investeren.

Het systeem is intussen goed geïntegreerd in de markt. Het eerste ARKimedes-Fonds is volop operationeel.

Het haalde vijf jaar terug 75 miljoen euro aandelen en 35 miljoen euro obligaties bij het publiek op en investeerde in dertien ARKiv’s, waarvan er vandaag nog twaalf actief zijn.

Dankzij het eerste fonds zal ongeveer 200 miljoen euro ter beschikking komen van de ARKiv’s.

Voor een evaluatie van de totale return van het eerste fonds, is het nog te vroeg.

Er moet worden gewacht tot de ARKiv’s voergaan tot het ten gelde maken van hun participaties.

“MAS” licht tipje van de sluier

Een jaar voor de officiële opening, gooide het MAS | Museum aan de Stroom zijn deuren heel eventjes open.

Het grote publiek kon het gebouw van binnenuit bewonderen en genieten van de adembenemende zichten over de stad Antwerpen van op de MAS-boulevard.

Het MAS telt tien verdiepingen. De balie en het museumcafé “STORM” bevinden zich op het gelijkvloers, de eerste verdieping herbergt de niet publiek toegankelijke kantoren.

Op de tweede verdieping kunnen bezoekers een blik werpen op de niet-tentoongestelde objecten van het museum in het kijkdepot.

Het is de plaats waar de (gast)curatoren van het museum hun keuze maken uit de honderdduizenden objecten en waar het erfgoed in de beste omstandigheden wordt bewaard.

De derde verdieping wordt voor tijdelijke tentoonstelingen voorbehouden.

Op verdiepingen vier tot en met acht wordt de vaste collectie van het MAS gehuisvest.

Op de negende verdieping vinden het MAS-restaurant “t Zilte” en feestzaal “9 Beaufort” een onderkomen.

Het dakterras op tien hoog zorgt voor de meest adembenemende zichten op de Scheldestad.

De vaste collectie van het MAS bestaat uit 470.000 objecten, samengesteld uit de collecties van het Etnografisch Museum, het Nationaal Scheepvaartmuseum, het Volkskundemuseum, een deel van de collectie van het Vleeshuis en de collectie Paul en Dora Janssen-Arts.