Netwerkbeheerder Elia stelde onlangs dat de geïnstalleerde capaciteit windvermogen in België momenteel 930,65 MW bedraagt. Dat stemt zowat overeen met het equivalent van één kerncentrale (Zie “dVO” nr. 471). En dat is formeel weliswaar correct, maar daaruit mag niet worden besloten dat de nu geïnstalleerde windturbines in België één kerncentrale (of een andere klassieke centrale) van hetzelfde vermogen zouden kunnen vervangen, merkt Hugo De Blauwe, zaakvoerder van Consublo B.V.B.A. (Oud-Heverlee), op.

“De windturbineparken in België kunnen slechts ongeveer 30% van de tijd (gemiddelde van on- en offshore) effectief stroom leveren omwille van het windaanbod (te veel of te weinig), onderhoudsstops en pannes, waar de kern- en andere klassieke centrales meer dan 90% van het jaar daadwerkelijk produceren. Om dezelfde effectieve stroomproductie te bekomen, heeft men dus ongeveer het driedubbele vermogen nodig,” zo luidt het.

Die courante misvatting vervormt in belangrijke mate het debat over de mogelijkheden om op korte termijn de klassieke bronnen door nieuwe te vervangen.

Dat remt al jaren de nodige investeringen af en verhoogt het risico om op korte termjn nog meer belangrijke stroomdeficieten in België te hebben dan nu al het geval is.

Dat zal ook het aandeel van de ingevoerde (en dus dure) stroom uit het buitenland steeds maar verhogen, besluit De Blauwe.