De “key markets” koppelen allemaal een stabiel politiek klimaat aan een sterk macro-economisch beleid. Zo heeft Peru bijvoorbeeld sterke overheidsinstellingen ontwikkeld en Colombia de voorbije jaren hard gewerkt aan zijn veiligheid waardoor beleidsmaatregelen er veel efficiënter zijn geworden.

Een sterk groeiende middenklasse werkt als katalysator van economische groei. In de acht markten ontstaat een sterke interne dynamiek door de vele investeringen en een groeiende koopkrachtige middenklasse. In Kenia bijvoorbeeld is de totale populatie in de voorbije vijftien jaar met 50% gestegen. Dat brengt een gevoelige middenklasse met zich, wat voor een aanzienlijke toename van de binnenlandse economie zorgt.

Bovenop zijn de meeste landen van de “key markets” van 2016 landen die grondstoffen invoeren en dus optimaal profiteren van de lage olie- en metaalprijzen. Dit in tegenstelling tot de traditionele groeilanden voor wie de export van grondstoffen net een essentieel onderdeel van de economie is. Uit de analyse blijkt dat de Russische en Braziliaanse economieën nog altijd te veel teren op de inkomsten uit grondstoffen en er in China een correctie optreedt van de “boom” die er de laatste jaren was.

Dat is meteen ook de verklaring waarom India het enige BRICS-land is dat stand houdt. Het is het enige van de vier landen dat het merendeel van zijn olie (75%) importeert. De dalende prijzen geven dus net een “boost” aan de economie. Economen schatten dat dit in 2015 goed was voor een besparing van 2,5 miljard dollar.