De wieg van de De Vroe Groep staat in Bottelare als Johan De Vroe, op dat ogenblik aan de slag in het lager onderwijs, in 1986 in bijberoep een dakbedekkingsbedrijf opricht. Dat is inmiddels uitgegroeid tot een algemeen aannemingsbedrijf met een vijftigtal medewerkers binnen een groepsstructuur bestaande uit De Vroe Dakwerken, De Vroe Hout & Alu, De Vroe Immo, De Vroe Bouw en De Vroe Solar. In 2018 boekte het bedrijf een geconsolideerde omzet van 12,5 miljoen euro, waarvan 5,4 miljoen euro met dakwerken. In 2014 betrok de KMO een nieuw, prestigieus bedrijfspand in de Fraterstraat te Merelbeke, goed voor een investering van 4,8 miljoen euro. Het pand, dat 5.800 m² beslaat, omvat een magazijn, atelier, montageruimte, garage, containerpark, praktijk- en opleidingsruimte, kantoren en kleedkamers.

Schaarste op de arbeidsmarkt

Als groep probeert De Vroe de schaarste op de arbeidsmarkt te lijf te gaan met schoolstages en werkverkennende stages. Met KTA GITO-Merelbeke onderhoudt het bouwbedrijf sinds jaren nauwe relaties, inzonderheid met het zevende jaar Bouw. Maar de tijden zijn veranderd.

“Het onderwijsniveau is over de jaren fel gezakt maar bovenal is de instroom in dat specialisatiejaar zo goed als opgedroogd”, stelt Johan De Vroe vast.

Met als gevolg dat bouwbedrijven elkaars personeel in onderling opbod van elkaar gaan inpikken. De eenmaking van het werknemersstatuut vertaalde zich bovendien in het inzetten van meer en meer uitzendkrachten.

“Interims die duur zijn, niet opgeleid en amper worden gescreend door de uitzendkantoren die in dezelfde vijver als VDAB vissen”, aldus de bedrijfsleider.

Zelf hand aan de ploeg

Johan De Vroe besloot daarom zelf de hand aan de ploeg te slaan. Tot vorig jaar werkte de bouwgroep enkel op IBO-vlak met VDAB samen. Daar kwam verandering in. De Vroe Groep sloot met VDAB een éénjarig partnership met het oog op de maximale toekenning van tien individuele beroepsopleidingen (IBO’s).

Samen met VDAB organiseerde De Vroe Groep een jobdag waarop zich maar liefst 46 kandidaten aandienden, die vervolgens door de dienst voor arbeidsbemiddeling werden gescreend op attitude en motivatie. Tijdens de jobdag kregen de kandidaten een rondleiding en dienden ze vijf elementaire proeven af te leggen. Er bleven twaalf kandidaat-werknemers over die, in groepen van vier, aan een werkplaatsverkennende stage deelnamen. Dat leverde uiteindelijk acht valabele kandidaten op, waarvan er sinds medio september zeven bij De Vroe Groep aan de slag zijn. Een achtste werd, omwille van de grote afstand tussen wonen en werken en in onderling overleg, bij een collega in het Waasland geplaatst.

“Elke nieuwkomer in het IBO-statuut kreeg binnen het bedrijf een mentor mee. Bijzondere zorg ging uit naar het motiveren van het eigen personeel om nieuwkomers te begeleiden en op te leiden. Tussentijdse evaluatie van de IBO’ers gebeurt met de betrokken mentor, de VDAB-consulent en mezelf”, zo nog De Vroe.

Tijdens de duur van de IBO verzorgt VDAB op locatie twee uur per week een Nederlandstalige opleiding voor de anderstaligen. De focus ligt daarbij op technisch Nederlands.

Afhakers tijdens de jobdag werden door VDAB-consulenten opgevangen om gezamenlijk eventuele tewerkstellingskansen in andere sectoren aan te boren.

Specialisatie-opleiding zwaar onder druk

Johan De Vroe voorspelt dat de specialisatiejaren in het technisch secundair onderwijs in de toekomst nog zwaarder onder druk zullen komen te staan, ja zelfs zullen verdwijnen. Onder meer door toedoen van de opkomst van het duaal leren. Binnen het kader van dat duaal leren stelt De Vroe Groep overigens zijn atelier als praktijkruimte gratis ter beschikking van de technische scholen. Leerkrachten en leerlingen worden uitgenodigd om op de werf praktijkervaring op te doen.

“Tot onze spijt moeten we vast stellen dat die formule voor ons niet werkt”, luidt het.

De Vroe Groep werkte daarom in eigen beheer een plan uit dat kandidaat-werkzoekenden een opleiding op de werkvloer biedt.

Johan De Vroe: “Het is normaal dat de traditionele opleidingsverstrekkers geen mensen vinden voor het verstrekken van praktijkopleidingen. Er zijn er immers geen. We hadden mensen in zware beroepen, zoals de bouw, in de laatste tien jaar van hun loopbaan moeten heroriënteren en hen, in de nadagen van hun loopbaan, een lichtere taak moeten toebedelen. Uit die groep hadden we praktijkleraars moeten rekruteren. We begingen evenwel de fout die taak aan twintigers toe te vertrouwen”.

Op dit ogenblik duwt De Vroe Groep zijn meest ervaren vaklui in de rol van mentor. Dat mentorship loopt over een periode van zes maanden, waarna ze de hoede krijgen over een nieuwe “instromer”. Niet onbelangrijk bij dit alles is dat de nieuwkomers het werk van hun mentor ook fysisch minder zwaar maken.

Rol als opleidingsverstrekker bestendigen

Uit wat voorafgaat blijkt waarom De Vroe Groep in zijn nieuwbouw een opleidingscentrum onderbracht, dat zowel voor eigen noden wordt aangewend als ter beschikking van scholen wordt gesteld. Het bedrijfspand van Groep De Vroe draagt in niet onbelangrijke mate toe tot “employer branding”. Het ziet er echter naar uit dat de bouwgroep in de toekomst zijn “employer branding” meer dan ooit uit zijn status van opleidingsverstrekker zal puren.

Zo wil Johan De Vroe het éénjarige actieplan dat samen met VDAB op rekruterings- en opleidingsvlak werd opgestart, in de komende jaren herhalen. Bedoeling is evenwel een tweetal collega-bedrijven uit de Oost-Vlaamse regio bij dat initiatief te betrekken.