Minder dan één op de tien Vlaamse KMO’s heeft al eens met een kennisinstelling samengewerkt. Dat bevestigt het Vlaamse Indicatorenboek 2009. Nochtans zijn net die instellingen vragende partij om hun kennis naar KMO’s te transfereren. De Vlaamse overheid maakt daarenboven veel subsidies vrij om die samenwerking te bevorderen. Hoog tijd dus om KMO’s en kennisinstellingen gerichter samen te brengen. Innovatiecentrum provincie Antwerpen en Innovatiecentrum provincie Vlaams-Brabant organiseren daarom op 19 oktober 2010 de eerste KMO-kennisbeurs te Mechelen.

Contacten van het Innovatiecentrum met diverse KMO’s leren dat ondernemers drempelvrees hebben om kenniscentra te contacteren. De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn de vrees voor hoge onderzoekskosten en een gebrek aan inzicht in geschikte kennispartners. Eens een KMO de stap naar een kenniscentrum zet, blijft het zelden bij één samenwerking, zo blijkt in de praktijk.

In 2009 kende het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) ruim 22 miljoen euro subsidiesteun toe aan 272 Vlaamse KMO’s. KMO’s kunnen, zoals bekend, tot 50% subsidie krijgen op hun innovatieprojecten.

IWT moedigt samenwerking met een externe kennispartner extra aan door een verhoging van het subsidiebedrag. Rest de vraag: hoe vindt een KMO het meest geschikte kenniscentrum?

De Innovatiecentra in Vlaanderen nemen de taak op zich om bedrijven in contact te brengen met een kennispartner die hun innovatieplannen mee helpt te realiseren.

De KMO-kennisbeurs op 19 oktober aanstaande biedt niet alleen een goed gestoffeerd seminarieprogramma, maar eveneens de gelegenheid tot partner-matching.

De deelnemende KMO’s kunnen via de website www.b2match.com/kmokennisbeurs aangeven rond welke topics ze publieke kenniscentra zoeken. Het Innovatiecentrum boekt afspraken met interessante centra op de dag van de kennisbeurs.

De KMO kan rekenen op een efficiënt afsprakenschema en weet op het einde van de beursnamiddag welke onderzoeksinstellingen voor hem interessant zijn.